Bloembollenglazen

Het is nog net geen hottentottententententoonstelling maar het scheelt niet veel: ik ben lid van de bloembollenglazenverzamelaarsclub. Leden van die club verzamelen bloembollenglazen, en als het goed is gebruiken zij ze ook. Het is een cultuur die bijna is uitgestorven: het in bloei trekken van bloembollen op de vensterbank. In mijn jeugd zag je zo nog overal: de Paperwhite-narcissen in bloei in een bakje met grind op de vensterbank. Ze roken zoet en ranzig tegelijk. En daarnaast de bedwelmend geurende hyacinten, op hoge glazen, als soldaten in het gelid.

Bloembollenglazen, met hun karakteristieke zandlopervorm, kom je op rommelmarkten nog weleens tegen, maar je ziet ze zelden meer met bloeiende hyacinten op de vensterbank staan. Nu zitten er aan de kamerteelt van hyacinten op water ook wel wat haken en ogen. Want  - in tegenstelling tot de Paperwhite-narcissen - kun je de hyacintenbollen niet zomaar op de vensterbank zetten. Eerst moeten de glazen met water worden gevuld, zodat de waterspiegel de onderkant van de hyacintenbol net niet raakt. Dan moeten de bloembollenglazen in een koele en donkere ruimte worden geplaatst. Pas na een week of vier, vijf, als de glazen gevuld zijn met lange witte wortels en de neus van de uitlopende hyacint een centimeter of vijf lang is, kunnen de hyacinten op de vensterbank in het licht worden geplaatst. Een kelder is ideaal voor de wortelvorming, maar wie op een flat woont kan ook een donkere kast gebruiken. Begint de hyacint eenmaal te bloeien, dan is het oppassen geblazen, want waarschijnlijk heb je een zo groot mogelijke bol gekocht. En grote bollen geven topzware bloemtrossen. Je zult de eerste niet zijn die ’s morgens bij het opstaan zijn bollenglas gekapseisd op de vensterbank vindt, of erger nog: in scherven op de vloer.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de consument zijn hyacinten tegenwoordig liever in een  wilgentenen mandje bij de supermarkt koopt. Geen gezeur met glazen en donkere kelders, en veel sneller resultaat.

Toch is dat jammer, want lege bloembollenglazen zijn wel decoratief, maar toch is het leuker om ze te gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn. En door nood gedwongen heb ik een manier ontdekt waarop het voortrekken in het donker omzeild kan worden. Toen ik weer eens te laat was met het bestellen van hyacintenbollen heb ik bij de supermarkt zo’n mandje met bijna bloeiende hyacinten gekocht. Thuis heb ik de bollen voorzichtig uitgeschud en de grond met een flinke waterstraal met zorg uit de wortels gespoeld. Daarna heb ik de bollen met beleid in de met water gevulde glazen laten zakken. En ik moet zeggen: het resultaat mag er zijn. Hyacintenwortels zijn breekbaar en natuurlijk breken er altijd wel een paar af, maar toch staan de bollen erbij alsof ze zo uit de donkere kelder komen. Instant-resultaat. En is dat niet precies wat we willen in deze jachtige tijden?

Voordat ik hyacintenglazen begon te verzamelen dacht ik dat het bollenglas een typisch Hollands product was. Door medeverzamelaars werd ik snel uit die droom geholpen. In Nederland is er eigenlijk maar één glasproducent – in Leerdam – op de bloembollenglazenmarkt actief geweest, terwijl er in Engeland, Frankrijk, Scandinavië, Duitsland en Zwitserland miljoenen hyacintenglazen zijn geproduceerd.

Het is niet gemakkelijk om in één oogopslag de herkomst van een bollenglas te herkennen en op bijeenkomsten van bloembollenglazenverzamelaars ontstaan dan ook altijd levendige discussies. Soms bestaat er twijfel aan het feit of een bepaald glas wel een bollenglas is, vooral als de typerende zandlopervorm ontbreekt. Het hyacintenglas is het prototype van een bloembollenglas, maar daarnaast bestaan er ook tulpen- krokus- en zelfs sneeuwklokjesglazen.