De juiste uitspraak

Ik begin de werkweek meestal met het beantwoorden van vragen die via het contactformulier van deze website zijn binnengekomen en die zich in de loop van de week hebben opgehoopt. Hoe meer het er zijn, hoe korter en bondiger mijn antwoorden, maar hopelijk zijn ze afdoende. Een onbevredigend antwoord is een schot in eigen voet, want dan krijg je geheid een verzoek om nadere uitleg. Soms is een vraag voor meerdere lezers van belang. Zoals deze, uit Schiedam:

“Na lang aarzelen leg ik u mijn probleem voor. Het heeft alles te maken met het leggen van de juiste klemtoon bij plantennamen. Nog krijg ik het schaamrood op de wangen als ik mij herinner dat iemand mij er fijntjes op wees dat het Cotoneáster was, en niet Coton easter, op z’n Engels uitgesproken.Wat is de richtlijn als er geen klemtoonteken op het woord staat? Ik denk bijvoorbeeld aan Campanula of Juniperus. Ook de Latijnse naam voor Oostindische kers levert problemen op – Tropaeolum. Kunt u een keer aandacht aan dit onderwerp besteden?”

Jazeker, dat kan ik. Om te beginnen: schroom nooit om te vragen. ik schrijf niet voor mezelf, maar de lezer. Ten tweede: schaam je niet als een betweter kritiek heeft op jouw uitspraak. Vraag hem of haar of zij– als zij het dan zo goed weten – het ook hebben over Clématis, Víola en Reséda. Tien tegen één dat dan de tegenpartij het schaamrood op de kaken krijgt. Ik heb maar eenmaal in mijn leven iemand ontmoet (Harry van de Laar) die alle plantennamen correct uitsprak en die is nu dood. En zijn uitspraak werkte bijna iedereen op de lachspieren.

Regels voor uitspraak van plantennamen bestaan. Maar om die te kennen moet je weten hoe woorden in het Latijn en het Grieks worden uitgesproken. En daarvoor zul je eerst moeten uitzoeken welke plantennamen uit het Latijn, en welke uit het Grieks afkomstig zijn. En soms is een naam een samenraapsel uit die twee talen, wat de zaak nog gecompliceerder maakt.

Over de juiste uitspraak van Oude talen wordt overigens ook door classici verschillend gedacht. Het Grieks van een Noor lijkt in de verste verte niet op dat van een Italiaan. Heb je het gymnasium niet doorlopen, dan blijft er maar één weg open: het kopen van een boek waarin bij iedere plantennaam de juiste uitspraak wordt vermeld.

Die boeken bestaan: het Handwörterbuch der Pflanzennamen van Zander, Stearn’s Dictionary of Plant Names for Gardeners, en gelukkig ook het Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen van dr. C.A. Backer waarvan een herdruk in 2000 verscheen bij Uitgeverij L.J. Veen ( ISBN 90 20458469). Het is geen goedkoop boek – het kostte toen ik het kocht fl 89,90 –  en het zou me niet verbazen als het nu alleen nog maar tweedehands verkrijgbaar was, maar het staat vol met wetenswaardigheden. Je vindt er niet alleen hoe je plantennamen uitspreekt, maar ook naar welke mythologische figuur de Adonis is genoemd, wat nutans of cordifolius betekent, en wie Fuchs of Dahl waren naar wie de Fuchsia en Dahlia vernoemd zijn. Voor wie belangstelling heeft voor de betekenis van plantennamen, is de 664 pagina’s dikke ‘Backer’ een goudmijn.

Weten en doen zijn verschillende dingen. Om mijzelf maar even als voorbeeld te nemen: vroeger zei ik altijd Hellebórus als ik het over een kerstroos had. Totdat ik zo vaak gecorrigeerd werd door hen die het beter wisten, dat ik ook maar het correcte Helléborus ging gebruiken. Maar ga ik naar Engeland, dan heb ik het weer over een Héllebore, want Engelsen beweren met een stalen gezicht te weten hoe Grieks en Latijn vroeger werden uitgesproken: op zijn Engels uiteraard.

Ik heb een tijdlang in Engeland gewerkt, en toen ik daar pas was moest ik nogal aan hun uitspraak wennen. Dat ze daar soep van Norr, en Nackworst eten is tot daaraan toe, maar dat ze vuurpijlen uitschelden voor Naaiphofia’s inplaats van ze gewoon Kniphofia’s te noemen, dat vergt bijna een mentale salto.

Ooit was ik getuige van een discussie tussen twee classici. “Het is geen Cyclámen, zei de ene. Het woord komt uit het Grieks, dus de klemtoon ligt op de eerste lettergreep. Het moet Cýclamen zijn”.

“Dat kan wel zo zijn”, antwoordde de andere, maar de Grieken spaken de c uit als een k en de y als een u, je zegt ook Olumpische spelen. Het moet dus Kúklamen zijn.”

En dus, beste briefschrijfster, zou ik zeggen: schaam je nooit, neem de terechtwijzingen van pedante betweters minzaam voor kennisgeving aan. Laat de tuinsnobs maar kwaken. Leg voor mijn part twee klemtonen in hetzelfde woord. Cámpanula, Campánula, Campanúla, Campanulá of Cámpanúla – het doet er niet toe. Zeg rustig Hellebórus Het gaat erom dat wij elkaar begrijpen. En dat doen we heus wel.