Droste effect

Een ongewoon onderwerp: het Droste effect – u weet wel: het effect van het steeds kleiner worden dat genoemd is naar die verpleegster op het etiket van een bus Droste cacao die een dienblad draagt met daarop een verpleegster met een bus Droste cacao met daarop enz. Het is trouwens wel grappig dat er in de tijd waarin Droste cacao populair was er ook Haas azijn bestond. Op het etiket van de fles azijn stond een haas met in zijn poten een fles azijn met daarop een haas met in zijn poten, en zo verder. Voor hetzelfde geld was er dus een Haas effect geweest, maar de verpleegster van Droste heeft het van de haas gewonnen.

In het dorp waarin ik opgroeide was destijds geen openbare school. Met grote weerzin stuurden mijn atheïstische ouders mij toch maar naar de christelijke kleuterschool ‘Rehoboth’. Totdat ik psalmen zingend thuiskwam. Dat deed de deur dicht. Ik kreeg een autoped en werd een dorp verderop naar de openbare school gedaan.

De tocht naar school was een reis vol avonturen – eerst door de veilige bebouwde kom, maar als ik eenmaal de brug over was een stuk langs het water, daarna een spoorwegovergang over en het laatste stuk door een lange beukenlaan. Die beuken heb ik goed leren kennen, in al die jaren dat ik er langs kwam, eerst op mijn step en later op mijn fiets met doortrappers, maar als ik nu terugdenk aan die beuken zijn ze allemaal hetzelfde. Op een paar na. Er was er een bij met een hakenkruis dat de Duitsers waarschijnlijk in de oorlog in de schors hadden gekerfd, en een andere boom had op een meter boven de grond een eigenaardige verdikking in de stam. Juffrouw Dikkebil noemde wij die beuk. En er was een boom met een grote tonderzwam die uit de stam groeide – zo groot dat je erop kon zitten. Dat deed ik dan ook vaak even, op weg naar school. Het was een ritueel, net zoals ik Juffrouw Dikkebil in het voorbijgaan altijd even een tik op haar bil moest geven.

 

Nu loop ik iedere dag door een andere beukenlaan als ik mijn twee honden uitlaat. En weer zijn het de beuken met iets bijzonders die ik het beste ken: de boom met het ingegroeide prikkeldraad en de beuk die met zijn wortels een putje vormt waarin soms wekenlang water blijft staan. En weer is er een boom met een reusachtige tonderzwam. Voor de grap til ik een van de honden er weleens op.

Die zwam vind ik misschien nog wel mooier dan de boom, want beuken zijn er veel, maar tonderzwammen een stuk minder. Gelukkig is het binnen het bosbeheer sinds een jaar of tien mode om zwakke en dode bomen te laten staan. Daardoor zijn er nu meer tonderzwammen dan vroeger. Een tonderzwam is een zwakteparasiet: hij nestelt zich op bomen die toch al niet zo gezond waren. In de sommige tonderzwammen zitten kleine gaatjes; dat zijn de uitvlieggaatjes van een kevertje dat uitsluitend in tonderzwammen leeft. Een parasiet op een parasiet. En onlangs is ontdekt dat er een sluipwespje bestaat dat weer op het kevertje parasiteert. Het Droste effect in de natuur. Zwammen op bomen zijn niet populair; het zijn aanzeggers van een naderende dood. Maar ik vind ze prachtig. En dood gaan we allemaal.