Een andere wereld

Terug uit Zuid Afrika. Nooit gedacht dat ik daar ooit nog eens zou belanden, maar ik heb er geen spijt van. Alles is anders daar. De poolster is er niet te zien, maar wel het zuiderkruis. De maan draait de ‘verkeerde’ kant om en het water loopt andersom weg uit het afvoergat van de wastafel. De dierenwereld kennen we uit de natuurprogramma’s maar buiten de reservaten zijn weinig wilde dieren te bekennen. Wie een leeuw of een giraffe wil zien moet naar een natuurpark waar de dieren worden bijgevoerd omdat de toerist ze anders nooit voor de lens van zijn camera krijgt. Maar kleine dieren zijn er genoeg. Vlinders en vogels in overvloed.

Leucospermum cordifolium 1

 

Fynbos in bloei

Het is interessant om te zien dat de taak van het bestuiven voor een deel door vogels is overgenomen.

Kolibri’s – nauwelijks groter dan een vlinder – bestuiven de bloemen van veel planten in het Fynbos, een soort maquis: een ondoordringbaar struikgewas dat een deel van de zuidelijke Kaapprovincie bedekt. De bloemen van het fynbos zien eruit alsof ze zo uit een science fictionfilm zijn weggelopen; hun kleuren en vormen zijn met geen enkele andere plant te vergelijken. Het fynbos bestaat voornamelijk uit endemische soorten: soorten die nergens anders op de wereld voorkomen, zoals de bekende Protaea’s die we van onze bloemisten kennen.

Maar Zuid Afrika is groot, en kent veel meer vegetatietypen dan alleen maar fynbos. Ten noordwesten van Kaapstad vind je het Renosterveld: een gemeenschap van bolgewassen en andere planten die voornamelijk groeien op vruchtbare grond.

Renosterveld

Vruchtbare grond is natuurlijk in trek bij boeren en van het oorspronkelijke Renosterveld zijn dan ook nog maar een paar snippers bewaard gebleven. Maar een snipper in Zuid Afrika is al gauw net zo groot als een provincie in Nederland. Je kijkt je ogen uit naar Ixia’s en Freesia’s, Sparaxis en honderden andere bolgewassen waarvan je de naam zelfs nog nooit hebt gehoord. Ik had wel gehoord over de honderden soorten bollen die je in Zuid Afrika kon zien groeien, maar toch was ik sprakeloos.

Fynbos

Ook hebben sommige bollen zich listig vermomd. Natuurlijk weet ik hoe een gladiool eruit ziet maar de meer dan vijftig wilde gladiolen die je kunt tegenkomen zien er zo verschillend uit dat je moeite hebt om ze als gladiool te herkennen. Ook het feit dat planten in het wild groeien werkt vervreemdend. Het feit dat je een Freesia kent uit een vaasje wil nog niet zeggen dat je de plant herkent als hij tussen tientallen andere wilde planten in het gras groeit.

Gladiolus alatus - 'kalkoentje'

Trek je nog verder naar het noorden vanaf de renosterveldvegetatie, dan beland je in een onvruchtbaar, woestijnachtig gebied: Namaqualand.

Ferraria, een bolgewas van Namaqualand

Hier is de plantenwereld weer volledig anders: eenjarige bloemen kleuren de hellingen blauw, geel of oranje terwijl de vaste planten voornamelijk succulenten zijn. Die overleven soms jaren waarin het niet regent en hebben genoeg aan de mist die soms van de Atlantische Oceaan binnenrolt.

Om van die wonderbaarlijke planten- en dierenwereld te genieten zijn oogkleppen wel noodzakelijk. De apartheid mag dan al in 1990 zijn afgeschaft – in de praktijk is er nog weinig veranderd. De blanke boeren bezitten verreweg het grootste deel van het land en terwijl zij in hun terreinauto’s rondrijden verdient de zwarte landarbeider niet genoeg om zelfs maar een fiets te kunnen betalen. Zichtbare tekenen van de enorme drank- en drugsproblemen van het land zie je overal en de veiligheid laat te wensen over. De zwarte bevolking woont

Kolibri op Leucospermum calligerum - 'speldekussing'

gescheiden in townships en de blanke beschermt zich met prikkeldraad, tralies, hekken en waakhonden. Kennelijk heeft zelfs Mandela aan deze situatie weinig kunnen veranderen.

Gladiolus bulbatus

Geissorhiza radians - 'wynkelkie'