Mexicaanse oranjebloesem

Groenblijvende struiken zijn altijd populair. Als ik naar buiten kijk begrijp ik waarom. Alles is kaal en dor en de trieste sfeer wordt nog benadrukt door het beukenblad dat aan de haag is blijven zitten en dat naargeestig kraakt in de oostenwind. Nee – februari is geen maand om de tuin in te gaan. Maar niet iedere tuin hoeft er ’s winters mistroostig uit te zien. Er zijn tuinen waarin de skimmia’s en de aucuba’s je vrolijk tegemoet glimmen. Combineer de knalrode bessen van deze struiken met een ontluikende toverhazelaar en je hebt een heel ander beeld.

Een vrolijke groenblijver die de laatste tijd steeds vaker wordt aangeplant is de Choisya, die soms ook Mexicaanse oranjebloesem wordt genoemd. Zo’n naam wekt hoge verwachtingen – te hoge verwachtingen zou ik zeggen want de bloemen van de Choisya ruiken wel zoet, maar de hemelse geur van oranjebloesem wordt bij lange na niet gehaald. Maar als er één struik is waarvan je ’s winters vrolijk wordt dan is het wel van de Choisya met zijn frisgroene blad. Zolang het niet te hard vriest tenminste, want helemaal betrouwbaar winterhard zou ik deze mexicaan toch niet willen noemen. Maar in een tijd waarin planten steeds gemakkelijker worden vervangen, wordt er minder vaak bij vorstgevoeligheid stilgestaan.

 

Choisya ternata is de soort die je het meest tegenkomt. Dit is een struik met sierlijk glimmend groen blad en witte bloesemtuilen in het voorjaar. Deze Choisya wordt anderhalve meter hoog en zeker even breed. Zoals gezegd: de winterhardheid laat te wensen over, maar takken die door de vorst zijn beschadigd kun je in het voorjaar wegsnoeien; de gaten worden dan snel weer opgevuld.

Choisya ternata heeft een goudbladige vorm die wat minder groeikracht heeft dan de gewone groenbladige en die nauwelijks een meter hoog wordt. Je moet ervan houden, van zo’n grote gele bladmassa, en persoonlijk vind ik de witte bloemen beter bij groen dan bij geel kleuren. Deze Goudbladige struik gaat onder allerlei namen door het leven: ‘Lich’, ‘Brica’, ‘Moonsleeper’ en ‘Sundance’. De laatste twee namen vind ik het mooist – wie zou er geen ‘Sundance’ of ‘Moonsleeper’ in de tuin willen hebben? Maar ‘Lich’ is geloof ik de geldige naam, wat dat ook moge betekenen.

Het blad van Choisya ternata is aromatisch als je het kneust en ook het snoeien van de struik is een geurige aangelegenheid. Maar pas op, want er zijn gevoelige zielen die na het aanraken van de plant last hebben van huiduitslag. Oranjebloesem voor de een betekent blaren voor de ander.

Choisya ternata wordt de laatste tijd verdrongen door Choisya ‘Aztec Pearl’ en ook dit is een suggestieve naam, hoewel ik nooit wist dat de Azteken parelduikers waren. ‘Aztec Pearl’ is een kruising tussen Choisya ternata en Choisya arizonica uit het zuiden van de USA. De plant heeft sierlijk langwerpig blad met een typerend diepliggend geultje in het midden waardoor het half lijkt dichtgevouwen. De bloemen zijn roze in knop en wit na het opengaan.

Choisya ‘Aztec Pearl’ bloeit niet alleen in het voorjaar, maar ook nog eens in de nazomer.

Choisya’s hebben één merkwaardige eigenschap: hele takken kunnen soms plotseling afsterven. Dan slaat de schrik je om het hart, maar meestal blijft het gelukkig bij die ene tak en blijft de rest van de struik in leven.