Ponga

Het is november en hij staat weer in de huiskamer: onze ponga. Ieder jaar is het weer een hele operatie om de reusachtige plant met behulp van een steekwagen naar binnen te krijgen. En in mei weer naar buiten, want winterhard is hij niet en daarom staat hij in een pot. Ponga is het Maori-woord voor boomvaren. De boomvarens die bij ons te koop worden aangeboden komen vaak uit Nieuw-Zeeland, het land van de Maori’s. Soms ook uit Tasmanië, maar een Tasmaans woord voor de boomvaren bestaat niet omdat de laatste inheemse Tasmaniër al meer dan een eeuw geleden is afgeschoten. Maar de Tasmaanse boomvaren is er gelukkig nog, al wordt ook die in zijn bestaan bedreigd.

Die bedreiging komt vooral van tuinliefhebbers die graag een ponga in hun tuin willen hebben. Boomvarens zijn reusachtige varens die op een stam groeien. In de tuin maken ze een dramatische indruk – een reden waarom je ze vaak tegenkomt in de tuinprogramma’s die op de Britse televisie worden vertoond. Door die tuinprogramma’s is in Engeland een ware boomvarenrage ontstaan.

Boomvarens zijn niet gemakkelijk in gevangenschap te houden en van de 10 geplante exemplaren gaan er binnen een jaar zeker 9 dood. Hierdoor ontstaat een constante vraag naar boomvarens en de planten worden dan ook met containers vol naar Europa verscheept. Intussen hebben Australië, waarvan Tasmanië deel uitmaakt, en Nieuw-Zeeland in allerijl wetgeving in het leven geroepen die de boomvaren bescherming moet bieden. Toch glippen er nog veel planten tussen de mazen van de wet door.

Intussen heeft de boomvarenrage het vasteland van Europa bereikt. In België is al een speciale boomvarenvereniging opgericht. In ons land vinden de liefhebbers onderdak bij de  Nederlandse Varenvereniging. Daar is ook informatie te vinden over het verzorgen van de boomvaren.

Dat is geen sinecure. Boomvarens kunnen wel wat vorst verdragen, maar als het meer dan vijf graden vriest moeten ze toch tegen vrieskou worden beschermd. Of ze moeten naar binnen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want boomvarens zijn groot en kunnen niet in een donker schuurtje overwinteren. En niet iedereen heeft ruimte in zijn huiskamer om zo’n bakbeest te bergen. Maar heb je die ruimte wel, dan is de boomvaren een gemakkelijke kamerplant.

In de tuin is de zorg voor de ponga zo mogelijk nog problematischer. De groeipunt van waaruit de bladeren verschijnen moet beslist droog en vorstvrij worden gehouden. Dit kan met behulp van dor blad, vliesdoek, noppenfolie, stro of wat verder maar voorhanden is. Maar ook de stam moet worden ingepakt. Rietmatten, oude tapijten, piepschuim – je kunt het zo gek niet bedenken, of het is al wel door een varenliefhebber geprobeerd. Maar het grootste probleem is dat een boomvaren vooral niet mag uitdrogen zodat als het niet vriest al het verpakkingsmateriaal weer moet worden verwijderd.

Ik heb ooit een tijdje in Ierland gewoond. Het land mis ik niet; ik kon slecht overweg met de oerkatholieke schijnheiligheid van de inwoners. Maar de boomvarens mis ik wel. Vooral in tuinen aan de westkust zaaiden die zich uit als onkruid. En onder een boomvaren zitten is een heel andere ervaring dan zitten onder een kastanjeboom.

De laatste jaren worden boomvarens ook in Nederland gekweekt, wat niet eens lastig is, al duurt het wel even voordat zo’n zaailing groot is. In ieder geval zijn de planten door de vaderlandse kweek sterk in prijs gedaald, zodat iedereen met boomvarens kan experimenteren, zonder dat een gestorven plant een financiële aderlating betekent. Vooralsnog zie ik meer toekomst voor de boomvaren als kantoor- of kamerplant.

De meest verkochte boomvaren heet Dicksonia antarctica – een naam die een zekere winterhardheid suggereert. Koop een plant die in Nederland gekweekt is, want ook al is de ponga legaal geïmporteerd – een reis per container van het andere einde van de wereld is niet echt duurzaam. Zet de Dicksonia in een grote pot in een mengsel van potgrond en boomschors of bladaarde. Houd het stammetje van de plant permanent nat; huur bij een afwezigheid van langer dan een paar dagen een vrijwilliger in die het nathouden kan overnemen. En hoop er het beste van.