Wolfsmelk

Het is de ziekte van deze tijd: het maken van lijstjes; het kiezen van de mooiste, de beste en de beroemdste aller tijden. We vallen van de ene verkiezing in de andere; nauwelijks hebben wij de popband van deze of van de vorige eeuw gekozen, of we mogen ons uitspreken over de beroemdste Nederlander of de beste voetballer aller tijden. En kennelijk denken wij dat onze stem telt, want we kiezen ons een ongeluk. Alleen - voor de verkiezingen van de winnaar van Eurovisie Songfestival lopen meer mensen warm dan voor die van het Europese parlement. Politici zouden daar toch een moraal uit moeten kunnen destilleren. Misschien gaan ze straks ook allemaal zingen. Of voetballen.

Ook in de tuin moet je kiezen. Neem de Euphorbia, wolfsmelk in gewone taal. Wat is de mooiste wolfsmelk? Ik ben geneigd om te zeggen: de soort die op het ogenblik bloeit. Dat is nu, in april, Euphorbia characias, een ‘s winters groen blijvende, anderhalve meter hoge, struikachtige Wolfsmelk met reusachtige cilindrische bloemhoofden. In februari en maart was trouwens ook dezelfde wolfsmelk mijn favoriet want de plant bloeit van het einde van de winter tot de zomer. Euphorbia characias groeit in de meest onwaarschijnlijke situaties: in puur grind, onder een overhangend dak, en zelfs in een muur, hoewel hij daar geen anderhalve meter bereikt. De ideale plant dus voor waar normaliter niets wil groeien. Maar welke Euphorbia characias kiezen we? Er zijn maar liefst 25 verschillende variëteiten in de handel; nemen we ‘H. E. Bates’, ‘Percy Picton’, ‘John Tomlinson’ of ‘Margery Fish’?

Het gebruik om planten naar vrienden, kennissen en echtgenoten te noemen is misschien aardig voor de betrokkenen, maar niet bepaald verhelderend voor de plantenkoper. Aan namen die aangeven hoe een plant eruit ziet, zoals ‘Purple and Gold’, ‘Lambrook Gold’ (zie links) of ‘Perry’s Tangerine’ heb je meer houvast. ‘Lambrook Gold’ is geen slechte keuze, omdat de bloemen ( eigenlijk zijn het geen bloemen, maar gekleurde schutbladen) groter, en geler zijn dan die van de meeste andere cultivars. Bij sommige onbenaamde exemplaren zijn de bloemen even groen als het blad en soms heeft ieder bloempje dan ook nog een sinister zwart oogje. Net kikkerdril. Euphorbia characias is geen langlevende plant en na een jaar of vijf is een exemplaar wel aan vervanging toe. Dat vervangen hoef je niet zelf te doen want de plant zaait zich uitbundig.

Dat geldt ook voor Euphorbia x martinii, een wolfsmelk van zo’n 60 cm hoog die in april en mei begint te bloeien en die daardoor mooi te combineren is met oranje of gele tulpen.
De bloemen zijn aan de groene kant, maar worden door een elegant rood oogje verlevendigd. Er bestaan geen planten die van de lente tot de herfst doorbloeien, maar Euphorbia x martinii komt dicht in de buurt. In mei en juni valt het bloeiseizoen van Euphorbia palustris, onze inheemse moeraswolfsmelk. Het is verbazend hoeveel moerasplanten het op de vaste wal net zo naar hun zin hebben als in het moeras. Alsof ze in het moeras groeien omdat ze daar minder concurrentie van andere planten ondervinden. In ieder geval groeit de Moeraswolfsmelk even goed in gewone tuingrond als in het dras, en zelf op droge standplaatsen heeft de plant het naar zijn zin. Euphorbia palustris is een van onze mooiste en meest indrukwekkende tuinplanten;
de plant leeft lang en vormt ronde, regelmatig gevormde pollen van meer  dan een meter hoog. Schitterend als onderbeplanting van een Blauweregen, samen met de oranje, vroegbloeiende Papaver atlanticum. Bij de Moeraswolfsmelk kun je kiezen uit de naamloze soort en de wat exclusievere ‘Walenburgs Glorie’; neem vooral de laatste, want het verschil in uiterlijk is het verschil in prijs meer dan waard. Een mooie laatbloeiende Wolfsmelk is Euphorbia cornigera, een soort uit Kashmir die per ongeluk door een Engelse kweker is geïntroduceerd. Hij dacht zaad van een andere soort ( de gezochte E. wallichii) gekocht te hebben. Een betere vergissing had hij niet kunnen maken.